Met de verkiezing van Prabowo Subianto lijkt Indonesië te kiezen voor stabiliteit – of is het een stap terug in de richting van autoritair bestuur? De oud-generaal, eerder beschuldigd van mensenrechtenschendingen, presenteert zich nu als de opvolger van Jokowi’s pragmatische economische koers. Zijn belofte: nationale eenheid, groei en technologische ontwikkeling.
Toch waarschuwen critici voor de sluimerende erosie van de democratie. De benoeming van Jokowi’s zoon Gibran als vicepresidentskandidaat via een omstreden Grondwettelijke Hof-uitspraak riep brede verontwaardiging op. Het doet denken aan politiek dynastieke macht en roept vragen op over de onafhankelijkheid van democratische instellingen.
Ondertussen versterkt Indonesië zijn positie in ASEAN en het mondiale Zuiden, en flirt het met samenwerking met zowel China als het Westen. Maar intern groeit de kloof tussen elite en bevolking, vooral op het gebied van mensenrechten, persvrijheid en het lot van minderheden.