
Kapitein Raymond Westerling (1919–1987) was officier bij het Korps Speciale Troepen (KST) van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Hij werd vooral berucht door zijn optreden in Zuid-Celebes (nu Zuid-Sulawesi) in de periode december 1946 – maart 1947.
Zijn taak was het bestrijden van Indonesische vrijheidsstrijders, die door Nederland destijds steevast “terroristen” werden genoemd. Westerling introduceerde hierbij methoden die zouden uitgroeien tot een van de donkerste bladzijden in de Nederlandse militaire geschiedenis.
“Zuiveringsacties” en standrechtelijke executies
Westerling paste een meedogenloze strategie toe:
Dorpelingen werden bij elkaar gedreven.
Lokale leiders, of mensen die verdacht werden van sympathie met de republiek, werden zonder proces geëxecuteerd.
Vaak gebeurde dit in het openbaar, om de bevolking te intimideren.
Volgens officiële Nederlandse cijfers zouden er 3.500 doden zijn gevallen, maar Indonesische bronnen spreken van 20.000 tot 40.000 slachtoffers.
De aanpak staat bekend als de “Westerling-methode”: een combinatie van razzia’s, marteling, standrechtelijke executies en psychologische terreur. Het doel was “rust en orde”, maar feitelijk was het een massale vorm van oorlogsmisdrijven.
De mythevorming in Nederland
In de naoorlogse Nederlandse samenleving werd Westerling door velen niet als oorlogsmisdadiger gezien, maar als een “efficiënte militair” die “orde op zaken stelde”.
De term “politionele acties” verhulde het feit dat Nederland in oorlog was met de Republiek Indonesië.
Westerling werd in bepaalde kringen zelfs als een held vereerd, iemand die “hard maar rechtvaardig” zou zijn geweest.
Een daadwerkelijke vervolging is er nooit gekomen. Toen er in 1952 wel onderzoek werd overwogen, liep dat stuk vanwege de politieke gevoeligheid en de angst voor reputatieschade van Nederland.
Zelf schreef Westerling later zijn memoires (Mijn Memoires, 1952), waarin hij zijn optreden verdedigde en zichzelf als patriot neerzette.
Erfenis en doofpot
Het Nederlandse beleid na de oorlog kenmerkte zich door ontkenning en bagatellisering:
Oorlogsarchieven bleven decennialang gesloten.
Het verhaal van Westerling werd weggefilterd uit schoolboeken en officiële geschiedschrijving.
Pas in de jaren 2000 begonnen historici en journalisten de omvang van zijn terreur publiekelijk te reconstrueren.
In Indonesië daarentegen is Westerling synoniem met koloniale wreedheid. Zijn naam wordt daar genoemd in één adem met oorlogsmisdaden zoals Rawagede (1947).
De Westerling-kwestie in de huidige tijd
- Excuses en erkenning
In 2011 bood Nederland excuses aan voor het bloedbad in Rawagede en later ook voor Zuid-Sulawesi.
In 2022 volgde een groot onafhankelijk onderzoek (“Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945–1950”), waarin Westerlings methoden expliciet als structureel extreem geweld werden aangemerkt.
- Schadeclaims en rechtszaken
Nabestaanden van slachtoffers op Zuid-Sulawesi hebben rechtszaken aangespannen tegen de Nederlandse staat.
Nederland heeft schadevergoedingen toegekend, maar vaak pas na lange juridische strijd.
- Publiek debat in Nederland
Westerling wordt steeds vaker genoemd als symbool van het koloniale verleden dat Nederland lange tijd niet onder ogen wilde zien.
Discussies over standbeelden, straatnamen en de manier waarop koloniale geschiedenis op scholen wordt onderwezen, krijgen hierdoor extra lading.
- In Indonesië
Westerling staat nog altijd symbool voor koloniale onderdrukking.
Zijn naam komt regelmatig terug in herdenkingen en in het nationale verhaal van de strijd tegen kolonialisme.
Voor veel Indonesiërs is het onbegrijpelijk dat Nederland hem nooit heeft berecht.
Consequenties voor vandaag
Verstoord historisch bewustzijn
In Nederland worstelt men nog altijd met een koloniaal geheugen dat decennialang is gecensureerd. Westerling belichaamt het ongemak: een “eigen” militair die feitelijk een oorlogsmisdadiger was.
Diplomatieke gevoeligheid
Elke keer dat Nederland excuses aanbiedt of onderzoek publiceert, heeft dat gevolgen voor de relatie met Indonesië. Het is een pijnpunt in de diplomatieke banden.
Debat over verantwoordelijkheid
De Westerling-affaire voedt de discussie: moet Nederland verder gaan in het erkennen van koloniale misdaden, inclusief structurele excuses en educatie?
Doorwerking in Molukse gemeenschap
Westerling maakte gebruik van ex-KNIL’ers (waaronder Molukkers) bij zijn acties. Dat heeft diepe littekens achtergelaten, ook in de relatie tussen Molukse en Indonesische groepen.
Slot
Raymond Westerling is meer dan een historische voetnoot. Hij is het symbool van de brute koloniale oorlogvoering die Nederland jarenlang probeerde te verdoezelen. Zijn daden blijven de verhoudingen tussen Nederland en Indonesië belasten, juist omdat ze een spiegel vormen van een groter probleem: het onvermogen van Nederland om het koloniale verleden eerlijk, volledig en zonder nostalgie onder ogen te zien.
Zijn naam blijft daarom ook nu nog een gevoelig, politiek en moreel beladen onderwerp, zowel in Den Haag als in Jakarta.